Hij trekt de poort achter zich dicht en begint te lopen.
Zijn schooltas op zijn rug, in gedachten verzonken.
Het is al druk op straat, de auto’s en busjes rijden voorbij.
Er wordt hard getoeterd als iemand vindt dat hij te dicht bij de rand van de straat loopt. Gevolgd door een gefrustreerd handgebaar, rijdt de auto verder. Hem achterlatend terug in zijn gedachten.
Het is niet eerlijk. Het is gewoon niet eerlijk. De gedachte blijft maar op komen.
Moet dit nou echt bij mij liggen?
Er staan al veel mensen bij de bushalte. Allemaal staan ze te wachten, ieder op weg naar zijn eigen plek.
Voor Jean Carlos zijn het geen onbekende gezichten. Zo staan ze hier elke school/werk dag. ‘Bon dia', mompelt hij terug naar de oudere dame die hem altijd vriendelijk groet.
Hoe kan het toch dat sommige mensen zo vrolijk zijn in de ochtend?
Als de bus er eindelijk is, vindt hij zijn vertrouwde plekje in de bus. Vanaf hier kan hij zijn arm uit het raam laten leunen, de wind door zijn haren voelen en naar de lucht kijken. Hij kent alle types, hij kan precies raden welke maatschappij, welk model, hoeveel passagiers erin passen.
Zijn droom zal altijd een droom blijven.
Zoals elke ochtend was het stil in huis toen hij was opgestaan.
Als eigenaar van een groot logistiek bedrijf, begint je dag al vroeg. Alleen een gebruikt koffiekopje stond als stille getuige op het aanrecht. Zijn vader was ook deze ochtend in alle vroegte vertrokken.
Hij stapt uit en ziet dat hij weer te laat is.
Was z’n moeder ook maar zo vrolijk wakker geworden, net als de oudere dame bij de bushalte. Dan was het vanochtend wat soepeler gegaan.
Het feit dat zij geen kind meer zal krijgen valt haar zwaar.
‘Het is niet eerlijk', denkt Jean Carlos weer
Reactie plaatsen
Reacties