Ik heb iets met talen. Niet met taal. Mijn grammatica is een drama. Soms durf ik de teksten die ik heb geschreven niet eens door te sturen omdat ik mij schaam voor de fouten die er ongetwijfeld in zullen staan.
Begrijp me niet verkeerd, ik kan best schrijven en de zinsopbouw zal ook kloppen. Het gaat om de wel bekende d,t, bij woorden als bekent en betekend. Moeilijk kan het toch niet zijn. Toch blijft het niet hangen.
Ik heb iets met talen. Woorden die in meerdere talen terugkomen en een totaal andere betekenis hebben. Dat vind ik leuk.
Neem nou de titel boven deze tekst.
‘Mi ta aseptá mi mes’. Papiaments voor ‘Ik accepteer mijzelf.’
Het woordje ‘mes’ spreek je hetzelfde uit als het Engelse woordje ‘Mess’ wat vervolgens in het Nederlands vertaald ‘rommel’ betekend.
Vrij vertaald pakte ik vandaag dus de affirmatie ‘ik accepteer mijn eigen rommel’.
Vind je dat niet grappig.
Geeft mij gelijk de kans om na te gaan welke rommel ik heb te accepteren.
Naast de letterlijke rommel die weer met veelvoud door onze woonkamer geslingerd is (lees; speelgoed, leesboekjes, tassen, schoenen) kan ik vandaag bekennen;
Het valt met mijn rommel best mee.
Hoe zit het met jou?
Konta ku bo mes?
Reactie plaatsen
Reacties